Welten heeft onderzoek gedaan naar hoe de financiële branche tegen de AFM aankijkt. Wat vindt de financiële wereld nu echt van de toezichthouder? Wat gaat goed en wat kan er beter? Omdat de enquête anoniem was, is de kritiek fors. Larry van der Schoor van Welten liet de enquête uitvoeren onder 24 topmanagers van financiële instellingen (banken, verzekeraars en pensioenfondsen). Er vond een cross check plaats op 78 professionals van zijn eigen bedrijf. De uitkomsten werden gisteren als een geheel gepresenteerd op het symposium Open Normen Ingevuld, de Wetgevende Macht van de Toezichthouder van de Erasmus Universiteit.
De uitkomsten
Bestuurders zijn in eerste instantie positief over de toezichthoudende rol van de AFM. Ze vinden dat toezicht in algemene zin nuttig en denken dat ze het zelf niet zo snel voor elkaar hadden gekregen. “De breedte van het gedragstoezicht met de verscheidenheid thema’s levert een bijdrage aan het vertrouwensherstel”, zegt een respondent. Een ander: “De inhoudelijke kennis bij de AFM neemt ook toe.” Maar de pijn zit in de concrete uitvoering. Men vindt de AFM zwak in de uitoefening van het gedragstoezicht. De AFM vult te vaak de wetgeving in, terwijl dat een taak van de wetgever is, niet van de toezichthouder, luidt de communis opinio. Verder is de AFM rigide in de uitoefening van macht en gaat de toezichthouder “ten onder door de mix van schoolmeester/dominee/politieman/rechter”. Ook de verdergaande juridisering staat tegen. Een respondent: “De polis is op orde, de dossiers zijn op orde, maar is het klantbelang ook op orde?”
Lettertype
Verder: de AFM hanteert methodieken uit de ivoren toren. De AFM lijkt op voorhand dicht tegen de publieke opinie aan te kruipen. Er is een overdaad aan vragen van de AFM. Het detailniveau doet menigeen fronzen. Een respondent: “Er zijn zelfs instructies over het lettertype”.
Over het contact tussen de financiële sector en de AFM wordt geklaagd. Er is niet één AFM, zegt Van der Schoor. De buitenwereld heeft contact met vele medewerkers van de AFM en daar zijn grote verschillen in contactueel vermogen, zegt een ondervraagde. “Soms goede senioriteit, soms povere junioriteit”.
Dat de AFM vaak de media zoekt wordt niet fijn gevonden. “Dat leidt niet tot een herstel van zelfvertrouwen”. Fundamenteler is de kritiek dat de AFM gaandeweg de rit soms de spelregels aanpast. “Er is een enorme verkramping bij instellingen, doordat de norm onderweg verscherpt wordt en vervolgens met terugwerkende kracht van toepassing wordt verklaard.”
Dag en nacht
Van de medewerkers vindt 55% dat de impact van de AFM op het persoonlijke functioneren bijzonder groot is. Bij het middenmanagement is dat al 80% en bij topmanagement zelfs 100%. Iemand zegt: “Ik ben echt dag en nacht met de AFM bezig”. Ook de invloed van de toezichthouder op bestaande producten wordt gevoeld. Dat wordt als positief gezien waar het leidt tot “meer en betere processen in onderhoud, meer reviews en vooral meer betrokkenheid van het topmanagement”. Negatief wordt het als de AFM kritiek geeft op het nut van bestaande producten, zoals de budget AOV en uitvaartverzekeringen. De respondenten vrezen dat te veel bestaande producten in het ‘dumpvat’ execution only worden gegooid. En op de langere termijn is dat ook niet goed voor de consument, zeggen ze. Als ze de hand in eigen boezem steken zien de ondervraagden dat ze zelf de leidraden en regelgeving te rigide doorvoeren in interne regelgeving. “Waardoor creativiteit, plezier en maatwerk verdwijnen”.
Angstcultuur Welten legde de respondenten de stelling voor: ‘De huidige vorm van gedragsuitoefening door de AFM draagt bij tot een angstcultuur binnen financiële instellingen’. 58% is het er mee eens. Van der Schoor: “Ik merk dat er te veel gele en rode kaarten worden uitgedeeld binnen organisaties. Er is te weinig vertrouwen en dat is wel nodig om enig maatschappelijk nut te hebben.” Hij wijst zelf op Engeland waar ze iets verder zijn dan wij met dit proces. Van der Schoor merkt dat er daar door het strenge toezicht nog weinig wordt geïnnoveerd. Hij vreest dat hier hetzelfde gebeurt. Hoe kan het dan beter? De ondervraagden willen wel enig advies geven. Het verder verfijnen van het normenkader zou in overleg met de markt moeten gebeuren en niet steeds opgelegd moeten worden. Co-creatie werkt beter dan templates opleggen, menen ze. De AFM zou zich ook minder afhankelijk moeten maken van politieke druk. Er zou meer informeel contact moeten komen met de AFM, vindt de branche.
Aandacht voor de zachte kant van het klantbelang ontbreekt nu, in de ogen van de ondervraagden. De droom van velen is dat er praktijkstages komen waardoor financieel specialisten een tijdje meelopen bij de AFM.
Tijger
Ten slotte: Welten vroeg de financiële sector ook met welk dier de AFM vergeleken kan worden. Er waren grapjassen die met suggesties als “Amsterdamse lawaaipapegaai” kwamen, maar de top3 is redelijk respectvol. Op drie: een roofvogel. Op twee: een hond. Op één: een tijger. Een ondervraagde: “Een tijger die snel en genadeloos afrekent met onderliggende beesten”.