“Ik wil de sector het volgende meegeven. Misschien moet men de energie vooral naar buiten gooien. Daar bedoel ik mee: steek je energie in het terugwinnen van het vertrouwen van consumenten. Accepteer dat de overheid er in deze fase bovenop zit, omdat het vertrouwen beschaamd is.” Dat zegt minister Jeroen Dijsselbloem in een interview met am:magazine.

Je kunt twee dingen doen, zegt de minister van Financiën. “Of al je energie richten op de overheid met al zijn regels, kosten en toezicht. Of je zegt: we begrijpen nu waarom de overheid er zo bovenop zit en wij gaan onze energie richten op dat klantbelang en het terugwinnen van vertrouwen. In de verwachting dat dan over vijf of tien jaar de controledruk misschien weer wat afneemt. Omdat je bewezen hebt dat je echt anders in de wedstrijd zit. Als ik vanuit de sector redeneer zou ik het offensief benaderen en niet steeds zo defensief.”

Speelveld
Dijsselbloem zegt ook dat de deuren open staan. “Als de sector van mening is dat er dingen gebeuren die niet kunnen, dan moet men zich melden bij de AFM.” Hij zegt dat met name in het kader van het gelijke speelveld en over de kwestie dat hypotheekklanten niet altijd met een adviesrapport van een tussenpersoon bij de geldverstrekkers terecht kunnen. Dijsselbloem: “Het is niet verplicht uit oogpunt van zorgplicht dat de bank of verzekeraar het adviesgesprek nog een keer overdoet. Daar kan de AFM gewoon doorheen prikken. Als de consument op kosten wordt gejaagd, dan kan de AFM optreden. Laat het onderwerp van gesprek zijn. Ik vind dat de AFM de bescherming van de consument voorop moet stellen. Als de consument onnodig op kosten wordt gejaagd, of als de kosten niet transparant zijn voor hem, dan slagen we niet in onze missie.”

Krimp
Dijsselbloem wil ook nog iets rechtzetten. Het is niet zijn bedoeling om de adviseursmarkt te doen krimpen door de aangescherpte vakbekwaamheidseisen. “Het tegendeel is waar. Ik hecht eraan dat er veel onafhankelijk adviseurs zijn én ik wil dat ze kwaliteit leveren. Voor dat laatste moet je echt de waarborgen, die mede voortkomen uit het systeem van opleidingen, op een hoger niveau krijgen. Het doel is dat consumenten kunnen kiezen en zeker kunnen zijn dat het advies dat ze krijgen onafhankelijk en van een goed niveau is. Daarom is er ook een provisieverbod gekomen én toezicht. Het is dus geenszins het doel om de sector kleiner te maken.”